Zelfs wanneer alles lijkt fout te lopen, blijft hoop overeind – en net dat kan een verschil maken. In deze nieuwe documentaireserie is hoop een krachtige hefboom voor verandering.
Peña, oprichter van het kanaal HOPE en een van de meest gevolgde milieucommunicators op Spaanstalige sociale media, kiest resoluut voor een ongebruikelijke invalshoek: spreken over oplossingen, over wat wérkt. Met zes afleveringen, gefilmd op vier continenten, toont 'Hope! We are still on time' dat het niet enkel gaat om het afremmen van een catastrofe, maar evenzeer om het bedenken van een ander verhaal. Een beter verhaal.
Zeventien landen, vier continenten en enkele van de belangrijkste internationale stemmen in de strijd tegen de klimaatcrisis nemen ons mee op een reis langs concrete, meetbare en schaalbare strategieën die uitstoot verminderen en ecosystemen herstellen, overal ter wereld. De serie werd gefinancierd door Triodos Bank in Spanje en eind november door Javier Peña voorgesteld in het Europees Parlement in Brussel.
De docuserie brengt een alternatief verhaal tegenover dat van de klimaatcatastrofe. Wat zullen kijkers ontdekken dat ze nog niet in andere documentaires over de klimaatcrisis hebben gezien?
Ze ontdekken een vernieuwend perspectief op de klimaatcrisis: dat van de oplossingen. Over die kant van het verhaal wordt het minst gesproken, terwijl dat volgens mij vandaag net het belangrijkste is. Al jarenlang praten we over alles wat fout zal lopen: kantelpunten, rampscenario’s… maar we zijn nu in de cruciale jaren. Wat we vandaag doen, zal de komende millennia bepalen. Dat staat vast.
Wat vaak onderbelicht blijft, is dat we vandaag al beschikken over een uitzonderlijke gereedschapskist aan oplossingen die wereldwijd werken. Geen theorieën, maar concrete projecten die problemen aanpakken in sectoren zoals landbouw, industrie, energie, mobiliteit, ruimtelijk beheer en economie. We maken een wereldwijde tocht door zeventien landen. We tonen een front van pioniers, vernieuwers, wetenschappers en gemeenschappen die bewijzen dat regeneratie niet alleen mogelijk is, maar nu al plaatsvindt.
De documentaire is grondig onderbouwd. Hoe verliep het onderzoeksproces?
Dat was heel intens. We konden rekenen op de steun van Project Drawdown en Regeneration, twee van de belangrijkste initiatieven ter wereld die oplossingen voor de klimaatcrisis in kaart brengen. Dankzij een uiterst nauwgezet documentatieteam konden we doordringen tot die vaak onbekende oplossingen. En het blijft niet bij theorie. We tonen bestaande projecten met een aantoonbare impact. Heel wat experts die de reeks al zagen, vertelden ons dat ze dingen ontdekten die voor hen volledig nieuw waren. Er is dus nog veel onontgonnen terrein, zowel op vlak van communicatie als van opschaling.
Is er één case die voor jou het potentieel voor verandering het best samenvat?
Er waren er veel, maar twee hebben me wel heel diep geraakt. De eerste is het verhaal van Cabo Pulmo, in Baja California Sur, Mexico. Daar hadden vissers de zee leeggevist. In plaats van te vechten om de laatste vissen, vroegen ze de overheid om de visserij stil te leggen en een zeereservaat op te richten. Ze kozen resoluut voor natuurtoerisme. Wat ze hebben bereikt, is indrukwekkend: vandaag leven ze beter dan vroeger, en zijn de vissen in ongeziene aantallen teruggekeerd. Het is een schoolvoorbeeld van hoe natuurherstel overvloed creëert, de lokale economie versterkt en de levenskwaliteit verbetert.
Daarnaast is er de regeneratieve landbouw. We brachten het Loess-plateauin China in beeld, waar een grootschalig project de regen deed terugkeren en miljoenen mensen uit de armoede tilde, door het herstel van de ecosystemen. Ook in Spanje zagen we gelijkaardige initiatieven, bij AlVelAl en op de boerderij van Ernest Mas in Tarragona, waar de productie met 30 procent toenam terwijl de kosten daalden — door biodiversiteit in te zetten in plaats van pesticiden. Het is een stille revolutie die landschappen hertekent, rendabiliteit verhoogt en boeren opnieuw controle geeft. Een van de krachtigste en tegelijk minst zichtbare oplossingen.
Hoe vertaal je die hoopvolle geest naar het documentaireformat?
Het is vandaag heel makkelijk om in wanhoop te vervallen. Maar de hoop opgeven in deze cruciale jaren zou de grootste misdaad in de geschiedenis van de mensheid zijn. Dat is niet alleen een morele of emotionele kwestie, maar ook een strategische. We hebben alles in handen: wetenschappelijke kennis, traditionele wijsheid, en een enorme innovatiekracht. We kijken aan tegen een aftelklok, bepaald door de grenzen van de planeet — en net dat kan het beste in ons naar boven halen. Deze reeks gaat wanhoop tegen en herinnert ons eraan dat we kunnen kiezen voor een ander verhaal.
Denk je dat pessimisme vandaag een verdienmodel is?
Absoluut. Het is een miljardenindustrie. We worden voortdurend bestookt met het idee dat er niets meer aan te doen is, dat alles verloren is. Dat verlamt mensen, en speelt in de kaart van wie baat heeft bij het huidige systeem. Maar de waarheid is dat we het leven op aarde kunnen herstellen — en onszelf als samenleving ook. Zoals Paul Hawken in de reeks zegt: “Geloof het of niet, maar de opwarming van de aarde kan een zegen zijn.” Ze dwingt ons om onszelf opnieuw uit te vinden, om weer verbinding te maken met andere levensvormen, om onze rol te herdenken als een soort die leven voortbrengt in plaats van vernietigt.
De reeks ontstond via crowdfunding. Heb je ooit gedacht dat ze er niet zou komen?
Heel vaak. Het was een lang en moeilijk proces. We kregen geregeld te horen: “Dit interesseert niemand”, of “We kopen wel een BBC-documentaire, dat is goedkoper.” Maar ik bleef volhouden. Want HOPE had op sociale media al bewezen dat er wél interesse is. Met nauwelijks middelen, en met video’s gemaakt in een klein dorpje in de Sierra de Gredos, haalden we meer dan een miljard views. Dat toont dat er honger is naar degelijke, toegankelijke en hoopvolle content. Ik hoop dat deze reeks definitief het idee begraaft dat “mensen niks meer over het klimaat willen horen”.
Hoe is het HOPE-kanaal ontstaan, en wanneer groeide het uit tot een platform met wereldwijde impact?
Ik heb altijd een sterke band gehad met de natuur. Ik studeerde biologie, maar besloot die opleiding stop te zetten om me toe te leggen op design en digitale communicatie.
In 2018, toen het IPCC-rapport verscheen dat stelde dat we nog slechts twaalf jaar hadden om de ergste scenario’s te vermijden, kwam dat bijzonder hard binnen. Mijn eerste kind was net geboren. De bosbranden in het Amazonegebied en Australië, de droogtes in Spanje, de aftakeling van het platteland… alles leek zinloos als we dit niet eerst zouden aanpakken.
Ik woonde toen in een klein dorp in de Sierra de Gredos en besloot een kanaal te starten en video’s te maken. Ik noemde het HOPE, omdat ik — ook al voelde ik zelf niet veel hoop — weigerde haar los te laten. Zes maanden later had ik mijn job opgezegd en werkte ik voltijds aan het kanaal, omdat de respons in veel landen viraal ging en de steun vanuit de community enorm was.
Wat heb je geleerd in al die jaren van publiekscommunicatie?
Dat eerlijkheid en heldere taal het verschil maken. Je moet zeggen wat je denkt, maar wel op een begrijpelijke manier. Te vaak gebruiken we wetenschappelijke of ecologische vaktaal die mensen afschrikt. Het is essentieel om die boodschap te vertalen en toegankelijk te maken, en om ze af te stemmen op de formats van elk platform.
Maar vooral: spreken over oplossingen. Positieve communicatie opent deuren. Zelfs mensen die niet in klimaatverandering geloven, zeggen dan: “Oké, ik geloof het misschien niet, maar ik wil wel dat mijn land er zo uitziet.” Dat creëert vruchtbare grond om brede bewegingen op gang te brengen.
Hoop kan verlammend zijn, maar jij ziet ze als motor. Wat is hoop volgens jou?
Hoop is actie. Het is niet wachten tot alles beter wordt, maar hoop opbouwen met onze keuzes, onze handen, met ons leven. En dat werkt diep transformerend.
Wat kan een gewone burger vandaag doen als hij of zij zich machteloos voelt tegenover de klimaatuitdaging?
Het is een valse tegenstelling om te denken dat alleen overheden of bedrijven verantwoordelijk zijn. We hebben drie pijlers nodig: institutionele actie, actie van bedrijven én individuele actie. De hoeksteen van dit alles is het maatschappelijk middenveld. Sociale druk, vraag en publieke opinie zetten het schaakbord in beweging. We hoeven op niemand te wachten. Iedereen kan vandaag beginnen, vanuit zijn of haar eigen plek - en dat heeft een sterk vermenigvuldigend effect.
Je hebt het vaak over regeneratieve economie, maar voor veel mensen klinkt dat abstract. Hoe vertaal je dat naar de praktijk?
In essentie gaat het over het omzetten van problemen in oplossingen. De regeneratieve economie leert van de natuur: afval wordt opnieuw een grondstof. Het is een efficiëntere en slimmere economie, die vruchtbaarheid, stabiliteit en leven creëert — voor toekomstige én huidige generaties.
Een duidelijk voorbeeld is San Francisco, waar miljoenen tonnen afval worden omgezet in compost die op grote schaal wordt gebruikt op landbouwgrond in Californië. Met steun van de overheid, omdat is aangetoond dat die compost een soort ‘elektroschok’ veroorzaakt in uitgeputte bodems: hij activeert het bodemleven en verbetert de waterretentie, vruchtbaarheid en koolstofopslag. In combinatie met aangepaste landbouwpraktijken verhoogt dat de winst voor boeren. Wat vroeger een stortplaats lag die het grondwater vervuilde en methaan uitstootte, is er nu een bron van grondstoffen die de bodem voedt en werkgelegenheid creëert.
Het vraagt om een volledige omkering van de logica: in plaats van kunstmest te produceren met fossiele energie, sluiten we de kringloop. Boeren hebben minder input nodig, worden onafhankelijker en hun oogst wordt rendabeler. Dit model is wereldwijd toepasbaar.
Kate Raworth vat het in de reeks mooi samen: we hebben een wereldwijde metamorfose nodig. Van rups — een lineair, uitputtend systeem — naar vlinder: een economie met twee vleugels. Eén kringloop voor natuurlijke materialen, die terugkeren naar de bodem. En één voor artificiële materialen, die gesloten blijft via recyclage en hergebruik. Dat is een circulaire én regeneratieve economie. Het is een totale omkering van de logica die vandaag ons economisch systeem bepaalt.
We zien het ook al bij vissers die regeneratieve zeeboeren worden: mensen die algen of oesters oogsten en tegelijk het meest biodiverse kustecosysteem beschermen. Wie dat ziet, beseft wat er mogelijk wordt wanneer we van perspectief veranderen.
Je zei dat we in een van de vruchtbaarste periodes van menselijk vernuft leven. Waarom ben je daar zo van overtuigd?
Omdat we alles in huis hebben: wetenschappelijke kennis, eeuwenoude wijsheid, technologie en creativiteit. Daarbovenop voelen we de urgentie van de planetaire grenzen. Die aftelklok dwingt ons om het beste uit onszelf te halen. Dat kan leiden tot een nieuw tijdperk: dat van sociale en ecologische regeneratie. Maar alleen als we beseffen dat defaitisme een luxe is die we ons niet kunnen veroorloven — zeker wie kinderen of dierbaren heeft. Deze documentaire wil een kader vol mogelijkheden bieden.
Na zeventien landen en honderden initiatieven: welk beeld blijft je bij? Wat houdt je overeind wanneer de hoop wankelt?
Wat vooral blijft hangen, is de diepe overtuiging dat dit te winnen valt. Niet alles is opgelost, verre van, maar er is positieve beweging. Oplossingen zijn vandaag veel rijper dan tien jaar geleden. Landen als China en Kenia investeren in hernieuwbare energie uit puur economisch eigenbelang. Boeren die het intensieve model hebben verlaten, willen niet meer terug. Ecosysteemherstel werkt. Dat alles geeft mij hoop.
Als ik één beeld moet kiezen, dan is het de blik van Nemonte Nenquimo, de Waorani-leider die erin slaagde om de eerste olieontginning in haar gebied stop te zetten. Waar zij vandaan komt, wat ze heeft doorstaan, de kracht in haar ogen… dat bezorgt me kippenvel. Het bewijst dat het onmogelijke mogelijk is. Die scène is prachtig in de reeks verwerkt en herinnert mij eraan dat er redenen zijn om door te gaan. Dat er een toekomst is — als we ervoor vechten.






Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.