Het Nationaal Park van L’Entre-Sambre-et-Meuse (ESEM), opgericht in 2023, is een schoolvoorbeeld van hoe ‘Nature-based Solutions’ in Wallonië vorm krijgen. Directrice Johanna Breyne legt uit hoe het park tegelijk inzet op natuurbehoud en maatschappelijk welzijn.
80% van de Waalse biodiversiteit in één park
“Wat meteen opvalt,” vertelt Johanna Breyne, “is de enorme variatie aan leefgebieden en soorten binnen dit gebied van 22.000 hectare. Drie geologische regio’s komen hier samen. Ze vormen een landschap dat voortdurend verandert en bezoekers telkens opnieuw verrast, met een afwisselend reliëf en prachtig bewaarde valleien. In totaal zijn hier 26 leefgebieden van communautair belang – dat zijn waardevolle biotopen die de EU als prioritair beschouwt. En wat écht indrukwekkend is: maar liefst 80 % van de Waalse biodiversiteit is hier vertegenwoordigd, en wel 86 % van de fauna.”
Opvallend is ook het vernieuwende bestuur achter dit veelbelovende project. “We hebben met de overheden en 80 regionale partners de handen ineen geslagen, op basis van een gedeelde langetermijnvisie van minstens 20 jaar. Samen willen we deze streek uitbouwen tot een plek van natuur en intense verbondenheid; een plek die ver buiten onze landsgrenzen indruk maakt. We betrekken ook burgers en bedrijven om sterke, breed gedragen projecten op te zetten die de veerkracht en de welvaart van de regio helpen groeien.”
Hoe de natuur weer de leiding krijgt
Op veel fronten maakt het park haar ambitie vandaag al waar met ingrepen die de natuur én de mens versterken. Drie bijzondere projecten springen in het oog.
1. Bossen in vrije evolutie
Het idee is eenvoudig: laat de natuur gewoon haar werk doen. “Bossen die opnieuw hun eigen ritme mogen volgen, zijn rijker aan biodiversiteit en beter bestand tegen klimaatverandering,” legt Johanna Breyne uit. “In deze bossen wordt geen hout meer geoogst: oude bomen en dood hout op de bodem zijn immers cruciaal voor veerkrachtige ecosystemen. Ze leveren belangrijke ecosysteemdiensten zoals waterretentie, CO₂-opslag, luchtzuivering en verkoeling. En het zijn plekken waar mensen kunnen ‘bosbaden’, zich opnieuw verbinden met ongerepte natuur.” Intussen is al bijna 1.800 hectare bos in het Nationaal Park ESEM aangeduid als strikt biologisch reservaat. Een delegatie van UNESCO kwam recent langs om de impact met eigen ogen te zien.
2. Rondtrekkende begrazing
Een herder met een kudde schapen en honden trekt binnenkort weer door de heuvels van de Calestienne, een regio met een unieke, zuiderse natuur. Zo worden de kalkgraslanden op een ecologisch verantwoorde manier beheerd. Je vindt er zeldzame flora en fauna, waaronder bijzondere orchideeën. “Deze graslanden zijn niet alleen belangrijk voor de biodiversiteit, maar vormen ook een levend erfgoed van lokale tradities,” zegt Johanna. “Door het verdwijnen van begrazing dreigen deze landschappen verloren te gaan. De terugkeer van de herders helpt dit te voorkomen en ondersteunt tegelijk lokale economische activiteiten, zoals de productie van wol en vlees.”
3. Herstel van natuurlijke valleien
In de vallei van de Eau Blanche voert Natagora een grootschalig project uit om de rivier haar natuurlijke loop terug te geven. In de jaren ’70 werd de rivier rechtgetrokken, maar nu worden de oorspronkelijke meanders hersteld en de stroomsnelheid verlaagd. Zo ontstaan er opnieuw natuurlijke habitats in een gevarieerd landschap. Beschermde soorten zoals de ooievaar, de grauwe klauwier en de kamsalamander vinden hier weer een thuis. Het project brengt ook tal van ecosysteemdiensten met zich mee: natte weiden, rietvelden, heggen en bosjes houden regenwater vast, zuiveren het water, slaan koolstof op en helpen het risico op overstromingen te beperken.
Meer ruimte voor natuur
Naast grote natuurprojecten op landschapsniveau, speelt ook de samenwerking met lokale actoren een sleutelrol – en daar komt Natagora in beeld. Natagora is een van de vijf stichtende partners van het Nationaal Park. Naast het project in de vallei van de Eau Blanche, koopt en beheert de organisatie ook natuurgebieden in de meest kwetsbare en soortenrijke zones van het park. De focus ligt daarbij op open landschappen die ontstaan zijn en in stand gehouden worden door traditionele veehouderij.
Thibaut Goret, die Natagora vertegenwoordigt in het parkbestuur, legt uit: “Die open landschappen vormen de brug tussen ons menselijk erfgoed en bedreigde biodiversiteit. Of het nu gaat om natte graslanden of droge kalkgraslanden – elk type biotoop herbergt zijn eigen, typische fauna en flora. Daarom zijn herstel en bescherming cruciaal.”
Natagora ondersteunt ook landbouwers die willen meewerken aan de visie van het park en zich actief inzetten voor meer biodiversiteit. “Zij kunnen rekenen op begeleiding bij het vergroenen van hun bedrijf, zoals het aanleggen van poelen, heggen of boomgaarden – allemaal waardevolle schakels in het ecologisch netwerk. Zo sluit het bedrijf beter aan bij het natuurlijke landschap.”
De initiatieven in het park brengen meetbare winst voor de natuur. Ze dragen ook bij aan de strijd tegen klimaatverandering, bevorderen duurzame landbouw, én versterken het mentale en fysieke welzijn van mensen die opnieuw verbinding vinden met de natuur. Dat laatste is voor Johanna Breyne van essentieel belang: “Zonder die band met de natuur en de schoonheid van het landschap zouden we nooit zoveel mensen rond dit project kunnen mobiliseren. Wat hier ontstaat, is meer dan een park. De samenwerking toont hoe we anders met de natuur, de landbouw en elkaar kunnen omgaan.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.