Geert Vens eet al drie jaar geen groenten meer uit zijn moestuin in het nochtans landelijke Kruisem. In 2022 raakte namelijk bekend dat er o.a. PFAS in de grond zaten van de voormalige stortplaats, op nog geen kilometer van zijn huis. “Met onze vereniging Zaubeek Gezond hebben wij ons bloed laten onderzoeken op PFAS en ik heb verhoogde waardes. Het grondwater dat ik voor mijn tuin gebruikte, is verontreinigd met PFAS.”
In theorie had de kleilaag onder de stortplaats die verontreiniging moeten voorkomen. “Maar in de praktijk lekken de giftige stoffen ongegeneerd in het grondwater, blijkt uit de metingen van OVAM.” En daar is niets meer aan te doen, want “de nieuwe eigenaar van het terrein kreeg een vergunning om erop te bouwen – zonder eerst te hoeven saneren.”
Rond het stort is er een no-regretzone – die overigens niet tot het huis van Geert reikt. In zo’n zones krijgen buurtbewoners adviezen zoals geen grondwater gebruiken in hun moestuin of geen eieren van hun kippen eten. Ons land telt intussen honderden van die zones, waarvan Zwijndrecht en Ronse de bekendste zijn als het over PFAS gaat.
PFAS werden in ons land op de kaart gezet in 2021, bij de aanleg van de Oosterweelverbinding in Antwerpen. Tijdens de werken werd vastgesteld dat de grond die verzet werd, vervuild was met deze ‘forever chemicals’. Een belangrijke bron van de vervuiling bleek chemiebedrijf 3M in Zwijndrecht te zijn en door het verplaatsen van de grond kon de vervuiling zich verder uitbreiden. Een parlementaire onderzoekscommissie en PFAS-coördinator later is er vandaag al veel meer bekend over de verspreiding van deze stoffen.
Eten en drinken

Professor milieuchemie en toxicologie Jacob de Boer is verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en al jarenlang dé autoriteit die wordt ingeschakeld als het over PFAS gaat. Hij legt uit hoe PFAS in ons milieu en lichaam terecht komen en verspreid raken. “De meeste PFAS zijn te klein om door waterzuiveringsinstallaties te worden tegengehouden, dus als ze geloosd worden door fabrieken die PFAS maken of gebruiken, dan vinden ze hun weg naar de ruimere waterlopen en zo naar drinkwater en landbouwproducten. Daardoor worden we er onbewust aan blootgesteld via ons eten en drinken. Via het water kunnen ze zich ook opstapelen in vissen en andere voedingsmiddelen. Eet je eieren van kippen in je tuin, dan kun je langs die weg PFAS binnenkrijgen, want eidooiers zijn echte PFAS-magneten. Daarom raadt de Nederlandse overheid om dit soort eieren niet meer te eten.”
Sinds er no-regret adviezen in Zwijndrecht van kracht zijn, lijkt het de goede kant op te gaan met de PFAS-waarden in de lichamen van de inwoners, zo blijkt uit recente bloedtesten. Maar hoe lang moeten zo’n maatregelen duren? Tim Deweerdt is leerkracht en lid van de actiegroep Leefbaar Groot-Kortemark, waar PFAS-verontreiniging in de bodem aan een afvalverwerkingsbedrijf wordt gelinkt. “Geen eieren en groenten uit eigen tuin meer eten, is niet de oplossing. De oplossing is: niet meer vervuilen en de vervuilde gronden saneren. No regret zones mogen geen definitieve oplossing zijn. De vervuilers moeten hun gedrag veranderen, niet de burgers."
Lozen toegestaan
Naast voeding vermeldt professor de Boer nog meer bronnen van PFAS: je kunt ze inademen via huisstof of via de lucht, vooral in de buurt van fabrieken die ze produceren of verwerken, of in de buurt van verbrandingsovens. Ook contact met blusschuim is een risicofactor.
We zouden de blootstelling aan PFAS moeten stoppen, maar vandaag mogen bedrijven deze stoffen nog steeds produceren én in de lucht of in het water lozen. Voor het lozen van de meeste PFAS hebben bedrijven wel een vergunning nodig … als hun afvalwater meer dan 20 nanogram PFAS per liter bevat. Een grens waar het makkelijk onder te blijven is als je maar genoeg water erbij doet, zou je denken. “Dat klopt,” zegt professor en saneringsexpert Sofie Thijs van UHasselt. “Daarom zou het beter zijn om te kijken naar de absolute hoeveelheid PFAS die geloosd gaat worden, en niet naar hoeveel PFAS er opgelost zijn in een liter. Zeker omdat het hier gaat over stoffen die nooit afbreken. Er hoeft echt niets meer bij te komen.”
Professor de Boer vult aan: “In Nederland geven we een vergunning voor een maximale hoeveelheid per jaar. Het hoogste is nu 2 kg per jaar, voor Chemours. Zo krijg je als overheid dus controle over je totale hoeveelheid, en kun je zelf uitrekenen hoeveel vergunningen je nog wil uitgeven.”
Vervuiler betaalt
Als lozingsnormen geen soelaas bieden, wat dan wel? “Het enige dat werkt,” zegt Sofie Thijs, “is ‘de vervuiler betaalt’ als principe hanteren. Bedrijven vermijden liever schadeclaims die miljoenen of miljarden kosten. Dan zullen ze wel vaart steken achter de zoektocht naar alternatieven.” Al is het ook dan weer uitkijken voor de eigenschappen van die nieuwe stoffen, zegt professor de Boer: “Een stof die plastic week maakt, Bisphenol A, werd gebannen omwille van haar hormoonverstorende eigenschappen. Ze werd vervangen door Bisphenol S, maar dat is nauwelijks beter.”

Hennep en zonnebloemen
Er is ook goed nieuws: het is namelijk mogelijk om PFAS uit vervuilde gronden te verwijderen. De meest gebruikte methode is de grond afgraven en vervoeren naar een schoonmaaksite waar de grond gewassen wordt. Hierna blijven schoon zand en vervuild organisch materiaal over.
Een nieuwe en minder omslachtige methode is sanering met planten (fytoremediatie): snel groeiende planten zoals hennep of zonnebloemen zuigen wateroplosbare PFAS op via hun wortels en stengel. Het water verdampt via hun bladeren, waarin de PFAS achterblijven. Afhankelijk van hoe vervuild de grond is, moet je verschillende keren zaaien en oogsten.
Wat dan met de PFAS die je met een van deze methodes hebt gecapteerd? Het best worden ze vernietigd, legt Jacob de Boer uit: “Dat kan door ze te verbranden zonder zuurstof en op hoge temperatuur, in een proces dat pyrolyse heet. Die verbranding moet op minstens 1.200 graden. Onder die grens blijven er restproducten.” PFAS vernietigen kost dus veel energie, al zijn ook daarvoor innovatieve oplossingen in de maak: “In Nederland heeft iemand ontdekt dat je door vervuild rivierslib te gebruiken in bakstenen, die op 1.200 graden worden gebakken, je de PFAS helemaal kwijt bent.”
De kraan moet dicht
Nu heeft sanering alleen maar zin als er geen PFAS in de omgeving bijkomen, benadrukt Jacob de Boer: “De PFAS-kraan moet dicht. Zelfs als we geen PFAS meer maken, dan hebben we het probleem nog voor een lange tijd, maar dan wordt het in elk geval niet meer groter. Bovendien bestaan er al alternatieven voor brandblussers en ook voor kleding, die het kledingmerk Patagonia bijvoorbeeld gebruikt.”
De EU werkt aan het bannen van PFAS. “Maar het duurt allemaal ontzettend lang,” zegt Jacob de Boer, “En dat komt door de vertragingsmanoeuvres van de industriële lobby, die overal bezwaar tegen aantekent dat dan weer onderzocht moet worden. En er is nu ook sprake van om de uitfaseringstijd op te trekken van 5 naar 12 jaar.”
Ook komen er in elk voorstel steeds meer uitzonderingen bij. “In het eerste ontwerp zaten er 30 uitzonderingen, in huidige versie zitten er al 83. Als het zo doorgaat, wordt alles uitgezonderd. Er kan niet genoeg druk zijn om te stoppen met PFAS. Dat ze nog gebruikt worden in een pacemaker of kunstnier, oké, maar verder hoeven de uitzonderingen niet te gaan. De EU moet hier eindelijk maar eens op doorduwen.”
Voorkomen in plaats van genezen
“We hebben het nu vooral over PFAS, maar ik kan nu al een lijstje geven van de stoffen die hierna voor nieuwe problemen gaan zorgen,” zegt Jacob de Boer. “De echte oplossing is het vooraf testen van chemicaliën vóór ze op de markt komen. En dat was nu net de bedoeling van de Europese REACH-richtlijn: zodra een bedrijf meldt dat het een nieuwe stof gaat maken, moet het tests voorleggen en vervolgens beslissen de instanties of ze het wel of niet toelaten. En net dat is tot nog toe nog geen een keer gebeurd.”
Hoe is dat mogelijk? “Er is bijlange niet genoeg capaciteit bij de controlerende instanties. Dus kijken die alleen maar naar chemicaliën die al op een probleem zijn uitgedraaid. En als je die dan alsnog wil verbieden, krijg je dus de hele industrie over je heen, want dan kom je aan hun verdienmodel. De bedrijven zijn ook heel erg tegen dat vooraf testen, omdat zij dat voelen als een beperking van hun markt. Ik hamerde op het vooraf testen bij Eurocommissaris voor Milieu Jessica Roswall, tijdens een recente bijeenkomst over PFAS, en haar reactie stelde me teleur. Niet dat ik verwacht had dat ze meteen zou zeggen ‘Oh, mijnheer de Boer, wat een goed idee!’ want ze weten het heus wel.”
Nochtans zou de overheid beter moeten weten, vindt de Boer: “Bij het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) werken er zo’n 100 mensen op het PFAS-probleem. Als de richtlijn was gerespecteerd, dan hoefde er nu niemand meer naar om te kijken.” En dan is er nog artificiële intelligentie. “Je zult zien dat de productie van nieuwe chemicaliën nog veel meer zal toenemen, men is plots veel creatiever. Dus ik houd mijn hart vast. Het maakt vooraf testen noodzakelijker dan ooit,” besluit professor de Boer.



Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.