Vandaag maakt een goed dossier en een degelijk project kans op subsidies, maar hoe lang nog?

De voortdurende afbouw van subsidies laat ook de culturele sector niet ongemoeid. Heel wat mensen beschouwen cultuur nochtans als levensnoodzakelijke. Wie geniet er niet van een film, boek, tentoonstelling of concert? Hoe kleurloos zou ons leven er uitzien zonder de creaties van kunstenaars? Zoals auteur en acteur Ramsey Nasr schrijft “ (…) kunst biedt uitzicht op een wereld die nooit heeft bestaan en altijd mogelijk blijft.” Volgens Nasr  herinnert kunst ons aan het scheppend vermogen van de mens en doet het ons nadenken over het alomtegenwoordige nutsdenken en aan de vraag om rendement.

Voor Triodos Bank is ontplooiing in kunst en cultuur levensnoodzakelijk en een onderdeel van levenskwaliteit. Daarnaast stelt de culturele sector ook duizenden mensen tewerk. De bank wil daarom blijven investeren in de sector, via de financiering van projecten, voorfinancieringen van subsidies en hypothecaire kredieten voor kunstenhuizen. Wij nodigen culturele ondernemers uit om met ons te komen praten. Overheidssteun en bankkredieten zijn echter niet de enige financieringsoplossingen. Schaarste maakt creatief. Het komt erop aan proactief op zoek te gaan naar nieuwe, verantwoorde manieren van financiering.

Om aan een financieringsvraag tegemoet te komen, moet een financier precies weten om welk soort project het gaat.
Béatrice Gilmont, Senior Relationship Manager

 

Definiëren en diversifiëren

Sleutelbegrippen zijn afbakening en diversifiëring. “Om aan een financieringsvraag tegemoet te kunnen komen, moet een financier precies weten om welk soort project het gaat. Daarnaast is de fase waarin het project zich bevindt van belang,” zegt Béatrice Gilmont, Senior Relationship Manager bij Triodos Bank. Financiële behoeften verschillen naargelang de deelsector en de voortgang van het project. Repetitieruimte, materiaal, artistiek of administratief personeel vragen om een andere benadering. Staat het project in de startblokken, of is het volop in ontwikkeling? Zijn de voortrekkers ervaren in hun vakgebied of niet?

Ook privé-investeerders zullen meer vertrouwd zijn met één bepaalde situatie of fase in een cultureel project. Mogelijk hebben zij expertise opgebouwd in een specifieke kunsttak, of gaat hun voorkeur uit naar het financieel steunen van hetzij debutanten, hetzij gevestigde waarden. Het voordeel daaraan is dat een artiest op deze manier financiering kan vinden voor een specifiek project. Door de bronnen van financiering te diversifiëren, vergroot de kunstenaar, een gezelschap of andere culturele actor zijn financiële en dus ook zijn artistieke onafhankelijkheid.

Welke financieringsmogelijkheden zijn er?

We zetten enkele op een rij, te beginnen met de traditionele bronnen van financiering.

Overheidssteun en subsidies

Lange tijd waren subsidies de populairste financieringsbron voor projectleiders in de culturele sector.  Nu staan ze onder druk.

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz besliste weliswaar om de beschikbare middelen voor de subsidieronde 2017-2021 op te drijven, maar dat was na de in 2014 verplicht ingevoerde besparingen van 7,5 procent. Het vrijgemaakte budget wordt echter verdeeld over minder instellingen en kunstenaars ten opzichte van de vorige ronde met als objectief de versnippering in het culturele landschap tegen te gaan.

Het gevolg is dat veel organisaties het met minder of helemaal geen overheidssubsidie moeten stellen. Het gevaar bestaat dat per discipline de gevestigde cultuurhuizen en kunstenaars overheersen en het glazen plafond voor kleinere, onbekende of experimentele kunstenaars hoger komt te liggen. Bovendien leidt het tot verenging van het aanbod. Het cultuurbudget voor 2017-2021 bedraagt in Vlaanderen net geen 142 miljoen per jaar voor kunstenorganisaties, voor de ondersteunende organisaties binnen de Kunsten en voor de zeven grote Vlaamse kunstinstellingen (Ancienne Belgique, Brussels Philharmonic, Concertgebouw Brugge, deFilharmonie, deSingel, Kunsthuis en Vooruit). Van de 207 organisaties die structurele ondersteuning zullen ontvangen zijn er 13 nieuwe instromers.

De Waals–Brusselse Federatie voorziet 6%, ofwel 596 miljoen euro van haar totaalbudget van 9,8 miljard voor de culturele sector (cijfers 2015). De cijfers langs Nederlandstalige en Franstalige zijde zijn echter niet vergelijkbaar: concreet dekt de financiële steun van de Administration Générale de la Culture een veel breder domein: de podiumkunsten, letteren, beeldende kunsten, cultureel erfgoed, jongerenonderwijs en permanente vorming, culturele centra en algemene zaken. (Andere culturele aangelegenheden zijn in beheer van het Secrétariat Général of de Administration Générale de l’Enseignement, zoals de uitgaven voor de promotie van de Franse taal en Franstalige cultuur, voor culturele infrastructuur, kunstonderwijs en hogescholen voor architectuur.) Ook langs Franstalige zijde geldt: met elke subsidieronde verstrengen de voorwaarden, waardoor artiesten in een harde concurrentie worden gedwongen.

Bedrijven en mecenaat

Met haar 90 leden is de vzw Promethea dé referentie voor bedrijfsmecenaat in België. De missie van de vereniging is de ontwikkeling van het bedrijfsmecenaat voor cultuur en erfgoed. Promethea concentreert zich op de professionalisering van de culturele instellingen, de begeleiding van bedrijven in hun mecenaat-strategie en de verbetering van het Belgische juridische en fiscale kader voor het mecenaat.

De vereniging organiseert workshops en ateliers voor artiesten en bedrijven. Het is een belangrijk netwerk voor artistieke projectleiders. Catherine Guisset van de Cultuurdienst van Promethea: “Het mecenaat kan verschillende vormen aannemen. We spreken van financieel mecenaat als een bedrijf een project steunt met geld. Als een bedrijf steun biedt door producten of diensten uit te besteden, noemen we dat een mecenaat in natura.” Zo kan een bedrijf zijn boekhouder of jurist op regelmatige basis ter beschikking stellen van een culturele organisatie. Ook materieel kan een bedrijf een culturele ondernemer steunen, bijvoorbeeld met meubels of bouwmaterialen. “Een tweede verschil van belang is dat tussen sponsoring en mecenaat. Een sponsor verwacht een return, een mecenas niet.” Volgens de laatste enquête van Ipsos en Promethea (2011) steunt  74% van de bedrijven een project van algemeen belang en doet drie kwart van die bedrijven dat via financiële bijdragen.

Publieke participatie en filantropie

Cinema Cameo – Les Grignoux
Cinema Cameo – Les Grignoux

De filantropie zit in een nieuw kleedje sinds we gewoon zijn aan oproepen tot participatieve financiering, vooruit gestuwd door het internet. Crowdfunding en crowdlending hebben hun weg naar de geëngageerde burger gevonden. Voor vzw Les Grignoux, een culturele onderneming in de sociale economie met acht filmzalen, een café-galerij en een brasserie in Luik, was een obligatie-uitgifte  de oplossing. Les Grignoux programmeert alternatieve en diverse cinema voor iedereen en voor ieders beurs. Op haar drie  locaties ontvangt de vzw in totaal zo’n 1.400 mensen per dag. Na 40 jaar is de tijd rijp om uit te breiden en beslist Les Grignoux om cinema Caméo in Namen te heropenen. Voor de financiering van dit project lanceerde Les Grignoux in 2015 een uitgifte van obligaties met een levensduur van 10 jaar en een rentevoet van 1%. Benoit Thimister, Beheerder en Financieel Verantwoordelijke van de vzw legt uit waar het idee vandaan kwam. “We ontdekten deze mogelijkheid tijdens een festival georganiseerd door Financité (de Franstalige tegenhanger van FairFin, nvdr), meer bepaald tijdens een workshop over de inbreng van spaargeld om coöperaties en vzw’s te financieren. De timing kon niet beter: net op het moment dat wij het financieringsplan voor ons project in Namen opstelden. Wij haalden op vier maanden tijd 650.000 euro op, dankzij 1.000 inschrijvingen. Precies de som die we nodig hadden. Het enthousiasme van de mensen overtrof onze stoutste verwachtingen: zowel de intense mobilisering van onze medewerkers intern, als extern, want ons publiek en onze partners sprongen direct mee in het water.”

Banken en kredieten

Werkplaats Walter (c) Alex Deforce
Werkplaats Walter (c) Alex Deforce

Banken kunnen een belangrijke rol spelen in de culturele sector. Een bank kan kredieten verlenen voor de aankoop van materiaal, kaskredieten verstrekken of subsidies voorfinancieren. Financiering kan ook via een hypothecair krediet waarbij het onroerend goed als waarborg dient. Omdat inkomsten in de culturele sector niet altijd even voorspelbaar zijn, is dergelijk krediet voor zowel de artiest als de bank een veilige optie.

Triodos Bank ziet potentieel in een systeem waarin ateliers door verschillende artiesten gebruikt worden. Veel podiumkunstenaars en musici verdelen hun tijd tussen schrijven, productie en postproductie of toeren. Voor de scheppende fase, zoals bijvoorbeeld voor de repetities, hebben artiesten een geschikte ruimte nodig. Ook beeldende kunstenaars hebben een atelier nodig.

Drummer en Triodos klant Teun Verbruggen kocht onlangs een pand in Anderlecht waarin hij een experimenteel kunstenatelier inricht, Werkplaats Walter. Het leegstaand pakhuis met drie verdiepingen krijgt een nieuwe, meervoudige bestemming. De Werkplaats biedt ruimte aan zowel gevestigde als beginnende experimentele kunstenaars en richt zich ook op lokale werking met een sterke verankering in de buurt. Iedereen is welkom op tentoonstellingen, optredens en andere toonmomenten in de toekomstige concertzaal. In het pand zijn ook enkele woonappartementen verhuurd. Samen met de huurinkomsten van de ateliers en de inkomsten van de uitbating levert dat een werkbaar financieel plan op.

Om te weten welk soort financiering het best bij hun project past, kunnen culturele ondernemers en artiesten bij verschillende instanties om raad vragen. Organisaties als SMart en Kunstenloket bieden zakelijk advies aan artiesten en kunstenorganisaties. SMart biedt artiesten daarnaast microfinanciering aan en een platform dat hen ondersteunt in hun facturatie en sociale zekerheidspositie.
Kurt Degrieck, Senior Relationship Manager

Investeringsfondsen

Investeringsfondsen voor de culturele sector zijn in België beperkt in aantal. St’art is een investeringsfonds voor kleine en middelgrote creatieve en culturele ondernemingen, opgericht in 2009 op een initiatief van het Waals Gewest en de Waals-Brusselse Federatie. De aandeelhouders van het fonds zijn vandaag de Waals-Brusselse Federatie, het Waals Gewest en Finance.Brussels. Het kapitaal bedraagt 17 miljoen. Het fonds komt tussenbeide via leningen en participaties in het kapitaal van culturele ondernemingen, maar beperkt de tussenkomst tot 50% van de financiële behoefte van de onderneming. Halfweg 2016 had het fonds in totaal 9 miljoen geïnvesteerd in 43 creatieve ondernemingen: van videospelen over meubeldesign tot theatergezelschappen.

Virginie Civrais, Algemeen Directeur van St’art: “Een realistische visie op de financiële noden en de toekomst van het project helpt, maar de projectleider kan een enorm verschil maken. Een bekwaam en gedreven persoon met talent voor onderhandelen heeft ongetwijfeld meer overtuigingskracht bij de investeerder. Daarnaast is bij een goed dossier het financiële plan heel concreet. Het moet aangeven dat de onderneming in aanmerking komt voor de eventuele uitgave van aandelen en het brengt de sociale impact van het project meetbaar in kaart.” Een dossier is niet volledig zonder business en financieel plan en een duidelijk en nauwkeurig bewijs dat de projectleider(s) de  financiële verplichtingen kunnen nakomen (solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit van het project).

Langs Vlaamse zijde investeert PMV (ParticipatieMaatschappij Vlaanderen) via het fonds CultuurInvest in de culturele en de creatieve industrie. Einde 2016 meldde het fonds  op zijn website een toegekend bedrag  aan achtergestelde leningen en kapitaalparticipaties van 11,5 miljoen euro.

Eigen inkomsten

Théâtre Le Public – Restaurant
Théâtre Le Public – Restaurant

Niets is zo solide als eigen inkomsten. Daarvoor is een commerciële logica nodig die niet automatisch gepaard gaat met het uitoefenen van een creatief beroep. Toch is de eigen omzet de beste garantie op autonomie en vrijheid.

Een mooi voorbeeld is Théâtre Le Public. Patricia Ide en Michel Kacenelenbogen richtten het op in 1994 in Brussel als volkstheater, toegankelijk voor iedereen en met zowel hedendaagse als klassieke teksten, gebracht door gevestigde acteurs en aanstormend talent. Het project is gedurfd, niet in het minst omdat het van bij de start op eigen middelen is gebaseerd. Tijdens het seizoen 2014-2015 kwam  57% van de inkomsten van het theater uit eigen omzet, wat indrukwekkend is (Bij vele gezelschappen is de verhouding  subsidies/eigen inkomsten 70/30). Théâtre Le Public haalt zijn inkomsten uit ticketverkoop, maar ook uit giften van ‘Vrienden’, bijdrages van ondernemingen en de opbrengst van het restaurant. Een dergelijk model is niet voor iedereen haalbaar, maar hoe meer een organisatie put uit eigen inkomsten, hoe minder afhankelijk ze is en hoe vrijer in haar activiteiten.

Diversifiëring van de financieringsbronnen is dus de boodschap. Hoewel de overheid een cruciale rol speelt in de erkenning van cultuur als basisrecht en de meerwaarde ervan bevestigt door het bieden van financiële steun, doen artiesten en culturele ondernemers er goed aan hun financiële plan te herbekijken en niet alleen op subsidies te rekenen.

Kunst en cultuur

Kunst en cultuur versterken het sociale weefsel en verbeteren zo de levenskwaliteit van de hele samenleving. Het is met deze overtuiging dat we de culturele sector ondersteunen. Of het nu gaat om een financiering of om dagelijks bankieren.

Verhoog de slaagkansen van uw cultuurproject