Eenvoudig gezegd betekent netto-nul dat de totale uitstoot aan broeikasgassen van een organisatie gelijk is aan of lager dan de uitstoot die ze uit de atmosfeer verwijdert. Volgens de definitie van het Science Based Targets Initiative (SBTi) bereikt een bedrijf netto-nul, als de activiteiten van zijn waardeketen geen enkele impact hebben op het klimaat en stroken met een opwarming van de aarde die beperkt blijft tot 1,5 graad. 

Met welke emissies wordt er rekening gehouden? 

De broekasgasemissies worden onderverdeeld in drie categorieën of ‘scopes’. Om netto-nul te bereiken, moet een bedrijf zijn impact in die drie categorieën bekijken:  

  • Scope 1: directe emissies, bv. door brandstoffen te gebruiken voor de productie of om zijn voertuigen te laten rijden. 
  • Scope 2: indirecte emissies die verband houden met de energie om bijvoorbeeld zijn gebouwen te verwarmen. 
  • Scope 3: emissies hoger of lager in de waarde- en toeleveringsketen. Dat is vaak het grootste en moeilijkst te meten gebied, omdat het emissies omvat die verband houden met gekochte en verkochte goederen en diensten. Voor financiële instellingen omvat die scope de leningen en investeringen. 

In welke mate kan je emissies ‘compenseren’? 

Hier begint het ingewikkeld te worden. Het SBTi-raamwerk bepaalt dat een organisatie de emissies in haar volledige waardeketen (dus scope 1, 2 en 3) zoveel mogelijk moet beperken, en de impact van de resterende emissies moet neutraliseren door permanent een equivalent volume koolstof uit de atmosfeer te verwijderen. 

Bij traditionele compensatie breng je de eigen emissies in evenwicht door bij te dragen aan de vermindering van de broeikasgasemissies van andere actoren, bijvoorbeeld door een project te steunen in Afrika dat kooktoestellen op petroleum vervangt door kooktoestellen op zonne-energie. Toekomstige emissies door het gebruik van kooktoestellen op petroleum worden zo vermeden. Maar er is in feite geen koolstof uit de atmosfeer verwijderd. Dat type compensatie kan dus nuttig zijn, maar de vermeden emissies kunnen niet gebruikt worden om de eigen emissies in evenwicht te brengen, zoals sommige banken proberen te doen. 

In het streven naar netto-nul komt het er dus in de eerste plaats op aan om je emissies zoveel mogelijk te beperken, en vervolgens om de resterende emissies te neutraliseren door koolstof uit de atmosfeer te verwijderen, idealiter via activiteiten in de eigen waardeketen. Dat zou op de natuur gebaseerde oplossingen moeten omvatten, zoals het herstel van natuurlijke koolstofreservoirs (bossen, veengebieden …). Sommige mensen stellen hoop in de nieuwe technologieën voor koolstofafvang en -opslag, maar op dat vlak beschikken we nog lang niet over grootschalige oplossingen.  

Wat is de impact op investeringen? 

Voor banken weegt de vermindering van scope 3-emissies zwaar, want omvatten hun leningen, investeringen en beleggingsproducten en -diensten. Dat is dus een enorme uitdaging. 

De eerste stap bestaat erin die emissies op efficiënte en coherente wijze te meten. In 2016 heeft Triodos meegewerkt aan de lancering van het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF), dat een wereldwijd erkende norm opstelde voor de berekening van de koolstofvoetafdruk van leningen en investeringen. Sinds 2018 heeft Triodos de PCAF-methodologie in de eigen verslaglegging toegepast. In 2019 zat 100 % van de investeringen hierin vervat. Ook transparantie is essentieel, en Triodos loopt voorop door te publiceren hoeveel vertrouwen de bank heeft in haar gegevens en hoe ze de transparantie elk jaar plant te verbeteren. 

De klimaatintensiteit van de fondsen van Triodos Investment Management ligt vrij laag, wat niet verrassend is aangezien ze geen fossiele brandstoffen financieren. Bovendien worden de ‘vermeden emissies’ in de verslaglegging van Triodos op een aparte lijn gepresenteerd, onder de werkelijke emissies. De vermeden emissies verwijderen immers geen bestaande koolstof uit de atmosfeer, en kunnen dus niet afgetrokken worden van de veroorzaakte emissies, volgens de bovenvermelde definitie van netto-nul.  

Laten we niet doen alsof netto-nul bereiken gemakkelijk is 

Alle financiële instellingen moeten kritisch nadenken over hun portefeuille. Doelen stellen is nuttig om de intentie te tonen. Daarom steunt Triodos het EU-initiatief ‘Net Zero Banking Alliance’, dat de operationele en toerekenbare emissies van portefeuilles wil afstemmen op trajecten naar netto-nul tegen 2050 of eerder.  

Maar aan iedereen die beloften doet, moeten we ook de vraag stellen: ‘hoe?’. We mogen de essentie niet uit het oog verliezen. De netto-nul-doelstellingen moeten zorgvuldig vastgelegd worden, in plaats van overhaast arbitraire ambities aan te kondigen in marketingcampagnes die de indruk geven dat ‘alles bij het oude kan blijven’.  

 

Het herstel van de vallei van de Emscher 

Investeren met een positieve impact op milieu en maatschappij gaat gepaard met concrete en meetbare resultaten. Getuige daarvan het project voor het ecologische herstel van de Emscher-vallei in Duitsland, dat de steun krijgt van Triodos Investment Management.  

NRW.BANK, de ontwikkelingsbank van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, engageerde zich voor een project van 30 jaar om de Emscher te herstellen. Die rivier loopt door het dichtbevolkte Ruhrgebied en werd lange tijd als open riool gebruikt. De biodiversiteit was er sterk op achteruitgegaan en de vallei verloor haar vermogen om regenwater op te vangen en overstromingen te voorkomen.  

Luc van Haaren, Sustainability Analyst bij Triodos Investment Management, legt uit: “NRW.BANK is een ontwikkelingsbank die ten dienste staat van de lokale deelstraatregering. Haar opdracht bestaat erin de levensomstandigheden in de deelstaat te verbeteren via langetermijnprojecten.” Op 10 jaar tijd werd er naar raming 1,3 miljoen ton aan CO2-emissies vermeden. “In de rapporten van de bank staat zelfs te lezen hoeveel nieuwe vissoorten er aangetroffen worden in de Emscher. Dat is een concreet resultaat van onze financiering.”