Gezocht: 200 miljard per jaar voor biodiversiteit

Nu de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit niet alleen de economie, maar ook het leven op aarde bedreigen, speelt de financiële sector een belangrijke rol in het vinden van oplossingen. Natuurgebaseerde oplossingen (ook wel Nature-based solutions of NbS genoemd) combineren natuurherstel met economische weerbaarheid en maatschappelijke voordelen. Maar wat houdt dat precies in en hoe kunnen investeerders bijdragen? Dat zijn vragen voor Mareike Hussels, Product Development Manager bij Triodos IM.

Wat zijn nature-based solutions en waarom zijn ze belangrijk?
“Natuurgebaseerde oplossingen zetten de kracht van de natuur in om grote problemen aan te pakken, zoals klimaatverandering, voedselzekerheid en waterbeheer. Tegelijk leveren ze economische voordelen op. Denk aan projecten zoals bomen aanplanten, moerasgebieden herstellen of meer groen in steden. Zulke initiatieven helpen de natuur herstellen, maken gemeenschappen sterker en bieden voordelen voor mens en economie. NbS zijn onmisbaar als we klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit willen tegengaan. Wist je dat meer dan de helft van het wereldwijde BBP afhankelijk is van wat de natuur levert? Als we de natuur schaden, lopen we niet alleen ecologische, maar ook grote economische risico’s. Door te investeren in NbS kunnen we die risico’s verkleinen en tegelijk waarde creëren voor mensen en bedrijven.”

Dus de natuur beschermen is echt belangrijk voor de economie?
“Absoluut! We zijn afhankelijk van ecosystemen voor cruciale zaken zoals voedsel, water en schone lucht. Wanneer ecosystemen beschadigd raken, brengt dat vele sectoren in gevaar. Door te investeren in NbS investeren we ook in het vermogen van land en samenleving om op lange termijn productief te zijn. Op deze manier kunnen we langetermijnrisico’s verminderen en nieuwe kansen creëren.”

Wordt internationaal erkend hoe urgent dit is?
“Ja, zeker! In 2022 werd het Kunming-Montreal Global Biodiversity Frameworkaangenomen. Dit internationale akkoord heeft als doel om tegen 2030 dertig procent van al het land en water op aarde te beschermen. Daarvoor is jaarlijks zo’n 200 miljard dollar nodig. Dat is altijd een heikel punt bij internationale onderhandelingen, maar gelukkig is er eerder dit jaar overeengekomen hoe dat gefinancierd wordt. Ook moeten er wereldwijd 500 miljard dollar aan schadelijke subsidies worden afgeschaft of omgebogen. Subsidies hervormen is altijd lastig, maar het biedt wel kansen om meer geld in te zetten voor positieve impact op de natuur.”

Welke rol speelt de financiële sector? En Triodos IM?
“In het begin is vaak overheidssteun nodig, maar om echt op te schalen zijn private investeringen onmisbaar. Publieke middelen volstaan niet om jaarlijks 200 miljard dollar bij elkaar te krijgen. Daarom zijn gemengde financieringsvormen en samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven belangrijk. Die verlagen risico’s voor private investeerders en helpen om een goed track record op te bouwen. We zien nu al meer private investeringen in NbS, bijvoorbeeld via koolstofkredieten. Het is wel van belang dat de natuur en lokale gemeenschappen hierbij centraal blijven staan, zodat de resultaten duurzaam zijn.”

Wie zijn de spelers die voor deze oplossingen gaan zorgen?
 “Er is een heel ecosysteem dat hiervoor zorgt. Eerst en vooral zijn lokale gemeenschappen onmisbaar, vooral mensen die direct in het gebied leven. Inheemse volken hebben veel kennis en een diepe band met hun omgeving. Dan zijn er projectontwikkelaars, die ideeën vertalen naar concrete projecten. Zo financiert Triodos bijvoorbeeld Treevive, dat jonge bosprojecten rond tropische wouden ondersteunt. Ook zijn er organisaties die kwaliteitsnormen en keurmerken opstellen. Technologiebedrijven leveren data over ecosystemen. Platforms zoals het Berlijnse Goodcarbon brengen projecten en kopers van koolstof- of biodiversiteitskredieten bij elkaar. Tot slot helpen technische ondersteuners alle betrokkenen om projecten goed uit te voeren.”

Wat maakt jou enthousiast over deze sector?
“Vroeger was investeren in natuur vooral iets voor de overheid. Door de CO₂-markt en betalingen voor ecosysteemdiensten kan nu ook de private sector op grote schaal bijdragen. Dat is nieuw, en hard nodig om voldoende geld en daadkracht te verzamelen voor een groenere en gezondere planeet.”