Broeikasgassen terugdringen is wereldwijd een topprioriteit sinds het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) in 1992 werd ondertekend. De verbranding van fossiele brandstoffen – doorgaans om elektriciteit en warmte op te wekken of motoren te doen draaien – is de bron van 80 % van de broeikasgassen die de mens uitstoot1. De transitie naar hernieuwbare energie is dan ook duidelijk de voornaamste oplossing om de noodzakelijke uitstootvermindering te bereiken. Sinds het verschijnen van de eerste windmolens en zonnepanelen dragen tal van spelers bij aan de uitrol van hernieuwbare energie, van overheden en financiële instellingen tot bedrijven en particulieren.

Je zou dan ook niet verwachten dat 2022 het jaar was met de hoogste uitstoot van broeikasgas uit fossiele brandstoffen opgetekend in de geschiedenis2. Ondanks al onze inspanningen voor een energietransitie hebben we tot dusver alleen hernieuwbare energie toegevoegd. De zonne- en windenergie die we produceren dekt alleen de stijgende vraag naar energie, maar ze vermindert de uitstoot niet. De vraag is: hoe maken we werk van een échte energietransitie, waarbij hernieuwbare energie écht de plaats inneemt van fossiele brandstoffen en zo de totale uitstoot van de wereldwijde energieproductie verlaagt?

1. De investeringen drastisch optrekken

De eerste stap is het aanbod aan hernieuwbare energie drastisch te verhogen en ervoor te zorgen dat we onze energiesystemen volledig op hernieuwbare wijze runnen. Dat houdt in dat we al onze bedrijfs- en productiesystemen elektrificeren en ervoor zorgen dat de elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komt (100 % van de tijd 100 % hernieuwbare energie voor 100 % van de vraag naar energie).

Daarnaast moeten we fors investeren in distributie en opslag. De investeringen die nodig zijn om onze huidige, van fossiele brandstoffen afhankelijke economie om te vormen tot een koolstofarme economie, worden op 4 tot 6 biljoen dollar per jaar geraamd tussen nu en 20303. Om de opwarming van de aarde te beperken tot 2˚C of minder, moeten de investeringen voor klimaatmitigatie wereldwijd met een factor 3 tot 6 toenemen. Overheidsinvesteringen in het kader van de Amerikaanse Inflation Reduction Act of de Europese Green Deal zijn een eerste stap in de goede richting, maar er is nood aan meer overheidsinvesteringen, bijvoorbeeld in waterstofinfrastructuur. Dat zal de particuliere investeringen aanzwengelen, omdat er nieuwe markten ontstaan en er ruimte is voor innovatie.

2. De investeringen in groeilanden nog drastischer optrekken

Ten tweede moet er bijzondere aandacht uitgaan naar het verhogen van de overheids- en privé-investeringen in hernieuwbare energie in opkomende markten en ontwikkelende economieën. Terwijl de energiegerelateerde emissies hun hoogtepunt al bereikt hebben in de VS en Europa, gaan ze in de meeste andere delen van de wereld nog in stijgende lijn4. Met als gevolg dat de financieringstekorten veel groter zijn in de opkomende economieën dan in de ontwikkelde.

Ernst Hobma, Investment Strategist bij Triodos Invesmtent Management (Triodos IM). 

De vraag naar energie neemt snel toe in groeilanden en ontwikkelingslanden en wel om twee redenen: de stijgende levensstandaard en de productie van koolstofintensieve exportproducten. Terwijl de rijkste regio’s in de wereld netto-invoerders zijn van koolstofintensieve producten, zijn het de opkomende markten die ze exporteren. Voor de EU in haar geheel liggen de koolstofemissies ten gevolge van consumptie 14 % hoger dan degene ten gevolge van productie5. Ontwikkelingslanden produceren om tegemoet te komen aan deze buitenlandse koolstofintensieve vraag, maar hun nationale regeringen hebben niet de budgetten om in dezelfde mate als ontwikkelde landen in de energietransitie te investeren.

De emissies verminderen – die voor het overgrote deel toe te schrijven zijn aan consumptiepatronen van de rijkste landen en mensen in de wereld – is een wereldwijde uitdaging. We moeten dan ook manieren vinden om de kapitaalstromen voor investeringen in hernieuwbare energie te verschuiven van de ontwikkelde markten richting de groei- en ontwikkelingslanden. Multilaterale instellingen en ontwikkelingsbanken kunnen de markten effectief stimuleren en zo het pad effenen voor even grote privé-investeringen. De regeringen van ontwikkelde landen zouden die instellingen een duidelijk mandaat en de nodige financiering moeten geven om hier werk van te maken.

3. De vraag naar energie terugdringen

Ten derde moeten we onze vraag naar energie fors terugdringen, vooral in de ontwikkelde landen. De opstoot van de energieprijzen het voorbije jaar heeft aangetoond hoe kwetsbaar ons huidige op fossiele brandstoffen gebaseerde energiesysteem is, maar ook hoe doeltreffend de prijsstelling van energieverbruik is om de vraag te verminderen. Tussen augustus en november 2022 – toen de aardgasprijzen ongewoon hoog lagen door de aanhoudende oorlog in Oekraïne – daalde het verbruik van aardgas in de EU met 20 % in vergelijking met dezelfde periode in voorgaande jaren. De hoge prijzen van fossiele brandstoffen doen niet alleen de vraag dalen, maar maken het vanuit financieel oogpunt ook interessanter om over te stappen naar hernieuwbare energie.

Om de energietransitie te stimuleren zouden regeringen dan ook een gepaste prijsstelling moeten doorvoeren voor energiegerelateerde uitstoot. In Europa begint het EU-emissiehandelssysteem (ETS) er veelbelovend uit te zien, nu de prijzen de voorbije drie jaar tweemaal verdubbeld zijn en een niveau bereiken dat volgens het IMF volstaat om de opwarming van de aarde tot 2˚C te beperken. De geplande uitbreiding van het ETS naar vervoer over zee en de uitfasering van de kosteloze emissierechten zou de bijdrage ervan aan de energietransitie moeten verbeteren, net als de ETS voor gebouwen, vervoer over de weg en brandstoffen die momenteel wordt opgezet. Maar de tijdlijn zou ambitieuzer mogen zijn. Het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM), dat vanaf 2026 energie-intensieve import in de EU aan een heffing wil onderwerpen, kan de energietransitie ook in andere gebieden helpen stimuleren.

We moeten die systemen uitbreiden naar sectoren en toepassingsgebieden die momenteel zijn uitgesloten – chemicaliën in bulk en scope 2-emissies zijn niet opgenomen in het CBAM –, en andere regeringen aanmoedigen om dit voorbeeld te volgen. Gelet op de urgentie van de uitdaging om de broeikasgasemissies te verminderen, moeten we deze prijsinstrumenten aanvullen met productspecifieke normen inzake uitstoot en energieverbruik.
Als we die drie dingen tegelijkertijd doen – volledig hernieuwbare energiesystemen uitbouwen, duurzame ontwikkelingstrajecten financieren in groeimarkten en ontwikkelingslanden en de vraag naar energie verlagen via prijsstelling en standaardisering – zullen we de energietransitie echt in gang zetten. Om het klimaat te stabiliseren, moet dit alles worden aangevuld met negatieve broeikasgasemissies, te beginnen met natuurgebaseerde – en natuurpositieve – koolstofopslag.

Bronnen:

1. M. Pathak, R. Slade, P.R. Shukla, J. Skea, R. Pichs-Madruga, D. Ürge-Vorsatz (2022). Technical Summary. In: Climate Change 2022: Mitigation of Climate Change. Contribution of Working Group III to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change [P.R. Shukla, J. Skea, R. Slade, A. Al Khourdajie, R. van Diemen, D. McCollum, M. Pathak, S. Some, P. Vyas, R. Fradera, M. Belkacemi, A. Hasija, G. Lisboa, S. Luz, J. Malley, (eds.)]. Cambridge University Press, Cambridge, UK and New York, NY, USA. doi: 10.1017/9781009157926.002nn
2. Friedlingstein, P.O’Sullivan, M., Jones, M.W., Andrew, R.M. , Gregor, L., (…) Zheng, B. (2022). Global carbon budget 2022Earth Syst. Sci. Data, 14, 4811–4900, 2022. https://doi.org/10.5194/essd-14-4811-2022
3. United Nations Environment Programme (2022). Emissions Gap Report 2022: The Closing Window - Climate Crisis Calls for Rapid Transformation of Societies. https://wedocs.unep.org/20.500.11822/40874.
4. idem
5. Friedlingstein, P., O’Sullivan, M., Jones, M.W., Andrew, R.M. and Hauck, J., (…) Zaehle, S. (2020). Global carbon budget 2020. Earth System Science Data 12(4), 3269–3340. https://doi.org/10.5194/essd-12-3269-2020.