Bouwmaterialen en grondstoffen hergebruiken is bijzonder complex, en wel om de volgende reden, bij monde van Julien Willem, projectmanager bij Mundo Lab, dat duurzame gedeelde kantoren creëert: “Op één dag kun je een oud gebouw afbreken, al het sloopafval in containers stoppen en tot slot naar het stort brengen. Het kost daarentegen verschillende dagen – of zelfs weken – en veel meer mankracht om hetzelfde gebouw te ontmantelen en de gerecupereerde materialen te sorteren voor later hergebruik.” Kortom, het verschil tussen afbraak en selectieve ontmanteling is enorm, zowel voor de portemonnee als voor het milieu.
Bouw in transitie
In Brussel is er in dit opzicht heel wat aan het bewegen. Zo ontstaan er talloze nieuwe ketens die materiaalhergebruik mogelijk maken, evenals nieuwe samenwerkingen tussen verschillende spelers. Dit illustreert enkele andere belangrijke kenmerken van circulair bouwen: de collectieve meerwaarde en het belang van samenwerking. De laatste jaren zijn er dan ook tal van ontwikkelingsprogramma's, projectoproepen, clusters en werkgroepen in het leven geroepen die pioniers uit de sector verenigen. Voorbeelden hiervan zijn de programma's build.circular en Renolution in Brussel, of het Comité des Pratiques Circulaires in Wallonië.
Bovendien wordt België vaak beschouwd als een 'goede leerling' op het vlak van recyclage. met als concreet voorbeeld het recycleren van steenachtige materialen, wat als een specialiteit van ons land wordt gezien.
Wat is er zo goed aan circulair bouwen?
1. Minder energieverbruik, minder bouwafval
Circulair bouwen biedt concrete oplossingen voor traditionele bouwproblemen.
Ten eerste vermindert het hergebruik van materialen logischerwijs de behoefte aan nieuwe grondstoffen, wat minder druk betekent voor de beperkte voorraad natuurlijke hulpbronnen. Ook vermindert hergebruik de grijze energie van een gebouw en vermindert het de productie van afval, waarvan de verwerking (recyclage of sloop) vaak zeer energie-intensief en schadelijk voor het milieu is – denk aan afvalverbranding.
2. Biologische of biobased materialen met een kleinere voetafdruk
Wanneer bij circulair bouwen dan toch nieuwe materialen gebruikt worden, gaat het bij voorkeur om biobased materialen. Denk aan isolatie op basis van hennep, bijvoorbeeld. De nodige grondstoffen daarvoor kunnen op korte termijn geteeld en geoogst worden, zonder de beperkte voorraad aan natuurlijke hulpbronnen onder druk te zetten. Bovendien kunnen veel materialen van natuurlijke oorsprong aan het einde van hun levensduur gecomposteerd worden, zodat ze hun biologische cyclus gewoon kunnen voortzetten.
Deze materialen vergen daarom veel minder grijze energie dan hun industriële tegenhangers. Meer zelfs: sommige biobased materialen capteren tijdens hun levensduur CO2.
3. Gebouwen met een langere levensduur
Bij circulair bouwen is het de bedoeling dat de invulling van ruimtes kan evolueren en gebouwen dus langer meegaan. Een kantoorgebouw dat circulair gebouwd is (zoals het hoofdkantoor van Triodos Bank in Nederland), kan bijgevolg heringericht worden en nieuwe functies krijgen zonder dat er grote structurele werkzaamheden of aanpassingen nodig zijn. Dit voorkomt sloop en wederopbouw, een proces dat gezien de totale hoeveelheid grijze energie van zowel het gesloopte gebouw als het gebouw dat ervoor in de plaats komt, een extreem grote ecologische voetafdruk heeft.
Wat hebben we erbij te winnen?
Circulair bouwen heeft heel wat te bieden aan heel wat spelers.
Kosten beheersen en premies aanvragen
Voor doe-het-zelvers is de aankoop van tweedehandsmaterialen via een gespecialiseerd platform, zoals RotorDC, een prima manier om de kosten te drukken zonder in te boeten aan kwaliteit. Een niet te onderschatten voordeel, gezien de algemene stijging van de materiaalprijzen.
Verder gaan er bij de keuze een circulaire projectaanpak ook deuren open naar subsidies en financiële steun. Dit is in Brussel bijvoorbeeld het geval met de projectoproepen beCircular en RENOLAB, die de grootschalige ontplooiing ondersteunen van circulaire projecten of innovatieve oplossingen voor de duurzame en circulaire renovatie van Brusselse gebouwen.
Naast die financiële impuls zijn veel bouwheren, architecten en ontwerpers eveneens op zoek naar extra erkenning voor hun engagement en knowhow via kwaliteitslabels, zoals BREEAM. Dat staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is de meest gebruikte methode om de milieuprestaties van een gebouw te beoordelen.
Verweerde bakstenen en patina
Er zijn nog meer motieven voor architecten of aannemers om voor hergebruikte materialen te kiezen. Sommige materialen evolueren in de loop der tijd en bieden op die manier een esthetische meerwaarde. “Dit is bijvoorbeeld het geval voor bakstenen, waarvan het uitzicht verandert naarmate ze worden blootgesteld aan weer en wind. Of metalen, die in de loop der jaren een meer of minder uitgesproken patina krijgen”, zegt Frank Bambust, hoofd van de afdeling Advies en Ondersteuning bij BatiTerre, een coöperatieve onderneming die bouwmateriaal recupereert.
Wat houdt ons dan nog tegen?
Het prijskaartje
Als het gaat over de zaken die de verdere ontwikkeling van circulair bouwen afremmen, komen we terug uit bij de financiële kwestie. In de bouwsector blijft rentabiliteit het ultieme doel, terwijl een circulaire aanpak meer tijd en energie en dus ook meer geld kost.
Frédéric Ancion richtte in 2008 Mundo Lab op, waarvan hij algemeen directeur is. Dit impactbedrijf biedt verenigingen, ngo's en sociale ondernemingen werkruimtes in ecologisch ontworpen en beheerde gebouwen in België. Ook hij onderstreept het belang van het financiële plaatje. Voor de bouw en renovatie van het Mundo Lab-centrum in Louvain-la-Neuve koos het Mundo-team bijvoorbeeld voor een draagstructuur in hergebruik staal, een primeur in België. Projectmanager Julien Willem was verantwoordelijk voor deze ongewone bouwkundige ingreep: “Er is enorm veel tijd gekropen in het sorteren, catalogiseren en testen van het materiaal. Het is een precisiewerk van lange adem geweest. Deze oplossing kostte dus ook meer dan het gebruik van nieuw staal, maar het verschil in milieu-impact is natuurlijk enorm."
Betrokkenheid en vertrouwen

Thibaut Jacquet, eigenaar en executive manager bij Retrival, wijst dan weer op de noodzaak om spelers uit de hele waardeketen te betrekken bij circulaire bouwprojecten. Hij haalt het typische voorbeeld aan van projecten waarbij de circulaire filosofie wordt ondermijnd doordat een of andere speler zijn inspanningen verwaarloost. “Als je echt circulair wilt werken, moet je dit van meet af aan incalculeren in het ontwerp en moet je vervolgens ook kunnen rekenen op bouwheren die hun uitvoerende partners op de bouwplaats maximaal betrekken bij het verhaal, van het sloopbedrijf tot de laatste onderaannemer voor de afwerking”, benadrukt hij.
Bij veel Belgische spelers is er nog steeds sprake van weerstand rond circulaire bouwpraktijken. Omdat ze al gebruikt zijn, worden bestaande materialen en gebouwen gezien als te oud of niet meer betrouwbaar genoeg. “Hoewel een deel van dit wantrouwen puur tussen de oren zit, is het begrijpelijk dat professionals soms twijfelen aan de betrouwbaarheid van materialen die al eens gebruikt zijn. Maar het echte probleem is dat de technische tests die nodig zijn om de kwaliteit en betrouwbaarheid van hergebruikte materialen te garanderen ook investeringen vereisen, als ze überhaupt al bestaan."
De duurzaamheidsadviseur brengt dit gebrek aan vertrouwen eveneens in verband met een gebrek aan kennis of knowhow bij de betrokkenen in de sector. Bouwbedrijven beschikken soms niet over de technische kennis om een gebouw naar behoren te ontmantelen of weten niet welke materialen ze kunnen recupereren.
Logistieke hinderpaal
Nog een hinderpaal voor de verdere inburgering van materiaalhergebruik is en blijft de logistiek. Aannemers hebben vaak te kampen met beperkte opslagruimte op hun werven, wat het moeilijk maakt om gerecupereerde materialen te bewaren tot ze in een latere fase van het project kunnen worden hergebruikt.
Louise Dumont, Teamleader Middle Office bij Triodos Bank, noemt nog een extra obstakel: wettelijke aansprakelijkheid. Wie is er verantwoordelijk als een gebouw dat opgetrokken is met gerecupereerde materialen na een bepaalde tijd stabiliteitsproblemen krijgt (om uit te gaan van het worstcasescenario)? Op dit moment hebben we te maken met een gebrek aan een wettelijk kader, waardoor veel mensen waarschijnlijk in de kou zullen blijven staan.
Dus hoe pakken we het nu het best aan?
Verplichten en stimuleren
Over één punt waren onze gesprekspartners unaniem: voor de verdere ontwikkeling van circulaire bouwpraktijken zijn financiële incentives en wettelijke verplichtingen nodig. “We zien vandaag verplichtingen op het gebied van duurzaamheid opduiken voor overheidsopdrachten, bijvoorbeeld in wedstrijden waar een minimumaandeel hergebruikte materialen vereist is, of een inventarisatie van materialen voorafgaand aan elke vorm van sloop. Dit is een van de oplossingen, net als het toekennen van premies voor goede praktijken, die spelers kunnen stimuleren om een circulaire aanpak te hanteren of verder uit te bouwen”, vat Thibault Jacquet samen. Hij gelooft ook dat dergelijke steunmaatregelen van de overheid leiden tot een stroom van circulaire projecten, die op hun beurt andere bedrijven in de sector zouden kunnen inspireren en motiveren.
Thibaut Jacquet is ook overtuigd van het positieve effect dat dit soort verplichtingen of stimulansen van de overheid kunnen hebben op het aandeel hergebruik: “Dit zou logischerwijs leiden tot meer gebruikers van gerecupereerde materialen, wat meer bedrijven zou aanmoedigen om materialen terug te winnen, waardoor de markt wordt aangezwengeld.”
Uitdagingen aangaan en compromissen sluiten
Onze gesprekspartners waren het over nog iets eens: circulair bouwen betekent ook ontwerpen met wat beschikbaar is. Dit dwingt ontwerpers en bouwheren om zich aan te passen, hun ideeën te herzien en al hun creativiteit aan te spreken om het onderste uit de kan te halen in termen van materialen en ruimtelijke inrichting.
Wat kan Triodos Bank betekenen?
Bij Triodos Bank ondersteunt Louise Dumont klanten zoals Retrival, Rotor en Mundo Lab in hun circulaire avontuur. Ze legt uit welke verschillende rollen ze kan spelen, afhankelijk van het niveau van circulaire maturiteit van de klant: “Wie overtuigd is van de noodzaak om te bouwen volgens circulaire principes, geven we het nodige vertrouwen, bijvoorbeeld als het gaat om hergebruik van materialen. We verstrekken soms kredieten voor langere periodes, zodat ze de tijd kunnen nemen om deze materialen te vinden. En we stellen ons netwerk ter beschikking, met architecten die het gewend zijn om circulair te werken. Dit deden we onder meer voor Greenpeace, dat zoveel mogelijk circulariteit in zijn nieuwe kantoren wilde integreren. Volledig circulaire projecten zijn voorlopig nog zeldzaam, maar veel architecten hebben intussen zeker al circulaire principes toegepast.”
Klanten die bij Triodos aankloppen om een project te financieren en zich beperken tot wat verplicht is, zoals voldoen aan de EPB-eisen, worden uitgenodigd om een stap verder te gaan, bijvoorbeeld door na te denken over de modulariteit van hun gebouw, het gebruik van biobased materialen enzovoort. “Alle nieuwe kredietaanvragen verlopen via een specifieke duurzaamheidsbeoordeling die ook rekening houdt met de grijze energie die wordt verbruikt bij de bouw van het pand. Voldoen aan de passiefnorm is op zich dus niet voldoende om van een project een goed project te maken dat we graag helpen financieren.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.