De EU heeft drie grote doelstellingen vooropgesteld, legt Hans Bruyninckx uit: “Ten eerste willen we een koolstofarme samenleving. Verder moeten we evolueren naar een circulaire, groene economie. De derde doelstelling is de bescherming van het natuurlijke kapitaal van de EU. De drie hangen natuurlijk samen.”

“De grote transities die nodig zijn, situeren zich op het niveau van ons energiesysteem, ons transport- en mobiliteitssysteem, ons landbouw- en voedselsysteem, maar ook op het niveau van verstedelijking. In Europa wonen de meeste mensen in steden, maar de organisatie binnen die steden strookt niet met de toekomst.”

“In een stad als Brussel is de auto bijvoorbeeld ongelooflijk aanwezig. Nochtans bewijst een stad als Kopenhagen dat andere keuzes mogelijk zijn. Meer dan 40 procent van het stadsverkeer gebeurt er te voet of met de fiets. Nog eens 40 procent met het openbaar vervoer en maar een kleine minderheid met de auto. Ook op vlak van ecosystemen is veel meer mogelijk. Bijvoorbeeld de zogenaamde groene en blauwe benadering waarbij je water en natuur binnen de stad brengt. Stadslandbouw is daar een goed voorbeeld van.”

Bindende klimaatdoelstellingen

De EU is op weg om haar doelstellingen op vlak van klimaatverandering en duurzame energievoorziening tegen 2020 te halen. “Als je dat als norm neemt, kan je zeggen dat Europa goed bezig is. We zijn de enige groep landen die de Kyoto-doelstellingen en de eigen doelstellingen bindend gemaakt heeft. Niemand anders doet dat. We zijn ook de enige groep landen die bindende afspraken maakt rond hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Bovendien zijn we de enigen die aan een bindend afsprakenkader werken voor 2030.”

“Dat is goed, maar het is niet voldoende om de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius te houden. Europa is maar verantwoordelijk voor 11 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Een globaal afsprakenkader is dus absoluut noodzakelijk.”

Afbouw van kernenergie

Op het moment van dit interview woedt in België de discussie over de afbouw van kernenergie en een mogelijke blackout. “In die discussie worden problematische uitspraken gedaan. Claimen dat een land als België niet zonder kernenergie kan, bijvoorbeeld. Nederland is op veel punten gelijkaardig aan België en kan met ongeveer 4 procent kernenergie toekomen. Op dit moment zitten we met kerncentrales die aan het einde van hun leven zitten, maar er zijn onvoldoende alternatieven.”

“De energiemix is uiteraard de keuze van iedere lidstaat, maar we wisten dat dit er zat aan te komen, en in de tussenperiode is geen beleid gevoerd dat compatibel is met de afbouw van kernenergie.”

“Ik denk dat we het energieprobleem niet nationaal kunnen oplossen omdat veel landen te klein zijn en de situatie rond energieproductie te verschillend. De grote doorbraak in het Europees energiebeleid zal er volgens mij komen door het te europeaniseren. De weg vooruit is een Europees energiesysteem dat gebaseerd is op duurzame energie en dat duurzaam is in de hele cyclus: van de grondstof tot het eindproduct en wat er van overblijft.”

Landen die het meest ingezet hebben op eco-innovatie behoren tot de meest competitieve ter wereld.
Hans Bruyninckx, directeur Europees Milieuagentschap

Wiens verantwoordelijkheid?

Volgens een recent rapport van het Europees Milieuagentschap moeten we ook op een fundamenteel andere manier gaan consumeren en produceren. “Daarbij moeten we productie en consumptie niet gescheiden bekijken, maar als één systeem. Momenteel wordt er te sterk de nadruk gelegd op de rol van de individuele consument. Op zich is het niet slecht om iemand bewust te maken van de invloed van zijn keuzes als consument, maar er schuilt ook een gevaar in. Je legt namelijk de verantwoordelijkheid bij het individu en je benadert mensen als consument en niet als burger.”

“Een goed voorbeeld is de oproep, zowel van tv-koks als alternatieve bewegingen, om meer te kiezen voor gezond voedsel. Ik stel me dan de vraag waar de verantwoordelijkheid voor die keuze ligt als je te maken hebt met een industrieel voedselsysteem dat aan alles suikers, vetten en zout toevoegt? Bij de individuele consument of bij de productiezijde die koos voor niet-duurzame voedselcreatie? We moeten heel voorzichtig zijn met het discours dat het systeem wel zal veranderen als de consument voldoende informatie heeft.”

Een ander wereldbeeld

Het beleid kan volgens Bruyninckx een belangrijke rol spelen door het voor consumenten eenvoudiger te maken om de juiste keuzes te maken en tegelijk producenten in de juiste richting te duwen. “Een goed voorbeeld is onze kantine. Bij de openbare aanbesteding zijn we heel duidelijk geweest: we willen voedsel dat goed is voor ons en voor de planeet. Iedereen die de kantine voor het eerst binnenstapt, is enorm onder de indruk. Het voedsel is lokaal geproduceerd, seizoensgebonden en weinig bewerkt. Er wordt weinig vlees en vis geserveerd en wat geserveerd wordt, is duurzaam. Als alle overheidsinstellingen, scholen en ziekenhuizen hun kantine zo zouden organiseren, zou dat voor een enorme marktcreatie zorgen en tegelijk consumenten bewust maken van wat mogelijk is.”

Bruyninckx vindt het vreemd dat er nog zoveel politici zijn die denken dat milieuwetgeving in de weg staat van economische performantie en competitiviteit. “Landen die het meest ingezet hebben op eco-innovatie behoren tot de meest competitieve ter wereld. Ik denk dat die terughoudendheid van politici te maken heeft met hun ideologieën, die ontstonden in de twintigste eeuw. Of je nu het liberalisme, socialisme of de christendemocratie neemt, geen enkele van die ideologieën stelt voorop dat we rekening moeten houden met de limieten van de planeet. Het is gewoon geen deel van hun wereldbeeld. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen een goed leven heeft, vertrekkende vanuit de grenzen van onze planeet? Dat is volgens mij de grootste uitdaging van deze eeuw. Het vereist een complete paradigmaverschuiving, een ander wereldbeeld.

Hans Bruyninckx
Hans Bruyninckx

Hans Bruyninckx

Professor Hans Bruyninckx werd eind 2012 benoemd tot directeur van het Europees Milieuagentschap, dat gevestigd is in Kopenhagen. Het is een kenniscentrum dat milieugegevens verzamelt en EU-lidstaten adviseert in hun milieubeleid. Daarvoor was hij directeur van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) en voorzitter van milieuorganisatie Bond Beter Leefmilieu. Als hoogleraar aan de KU Leuven specialiseerde hij zich in internationale relaties en internationaal milieubeleid.

 

 

www.eea.europa.eu

Hernieuwbare energie

We delen de Europese visie op de overgang naar hernieuwbare energie. Om dit te bereiken (co)financieren we projecten die gericht zijn op de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie projecten.

Samen de energietransitie versnellen